dinsdag 10 augustus 2010

doceren op zijn Indiaas


Vroeg beginnen we op maandag niet, want sommige studenten kunnen op maandag niet vroeg aanwezig zijn.
Maar - eerst de tocht van Calcutta naar Canning. Eerst de SUV van de zaak, dan een station (moet ik nog eens een fotootje van maken...), een kaartje kopen, en dan allemaal in een volgepakte trein. Niet NL volgepakt, maar India volgepakt. Met mensen die met één been, en één arm in de altijd open deur hangen. Niet alleen de deuren zijn open, ook de ramen bestaan vooral uit vier tralies. En dan de geuren, kleuren en geluiden! In de trein hang ik aan een stang, en als sardientjes in een blikje schuiven we naar Canning. Een ritje van een uur. Canning is de grootste aanslag op je zintuigen. Altijd zo druk als de trein. Snikheet. En het bestaat vrijwel helemaal uit 'kraampjes' van de omvang van een kleedjesmarkt. Maar dan met alles wat het leven biedt. Tandarts of kippenslachten. Vers fruit of CD's. Onbegrijpelijke frituur en onderbroeken. Fietsenmakers of telefoonwinkel. Daaronder natuurlijk veel ambachten, zoals kleermaken, houtbewerken, potten en pannen maken.
En dat alles maken we mee vanaf de achterkant van een 'van', want zo noemt Surkith ze. Het is een halve fiets, met als achterkant een flinke as met daarop een pallet. (Ja, jullie houden een fotootje tegoed). Je zit gewoon op het pallet. Als passagier, of als vracht. Dit ritje is 'maar' 25 minuten hotsen en botsen, en heel veel toeteren. Vooral veel toeteren. De kuilen in de weg zijn erger dan anders, omdat er regen nodig is om het boeltje heel te houden.
Een beschrijving van een schooldag houden jullie nog tegoed. Voor nu wil ik even kwijt: bedankt voor de bloemen.

Geen opmerkingen: