donderdag 2 augustus 2012

Overdenking bij de begrafenis van moeder

Overdenking bij de begrafenis van Willempje Smouter-Wassink

De dienst kunt u hier beluisteren.

Psalm 4

Slapen

Met mijn gezin zijn we in het rouwcentrum afscheid gaan nemen van oma. Toen Janet (2 jaar) haar zag liggen, zei ze “Oma slapen”. Ja, zo is kindertaal. Je kunt je er ongemakkelijk bij voelen, of het met een glimlach opnemen. Oma is immers gestorven. Of zou er meer van te zeggen zijn? ‘Uit de mond van kinderen hebt u mij lof bereid’. Het laatste vers van Psalm 4 zegt het in de ‘ik’-vorm. Berijmd: “Ik kan gaan slapen zonder zorgen.” Slaap spreekt helemaal niet vanzelf na zo’n lied. De dichter wordt belaagd (vers 2) en beledigd (vers 3). En dat gaat zo maar niet over. Hoe veilig is David als hij gaat slapen? Misschien wordt hij wel in zijn slaap gedood. Juist van moeder heb ik geleerd, hoe deze Psalm, diep in het Oude Testament, stilletjes vooruitwijst naar het eeuwige leven. Ik kan onbezorgd gaan slapen. Want als Hij mij beschermt, sta ik gezond en onbezorgd op. En zelfs als Hij de laatste vijand, de dood, ruimte laat, kan ik onbezorgd gaan slapen. Als ik leef is mijn veilige huis hier. Als ik sterf is zijn veilige huis het mijne. En daar is moeder nu. Met dit vers bracht moeder mij naar bed (Joke, jij hebt het met mij van buiten geleerd op vakantie in het huis van oom Laurens). Ik breng er mijn kinderen mee naar bed.