All the men come in these places
And the men are all the same
You don't look at their faces
And you don't ask their names
You don't think of them as human
You don't think of them at all
You keep your mind on the money
Keeping your eyes on the wall
Zolang de man geld geeft, heeft hij gezelschap. Gezelschap dat je koopt, en waarbij je jezelf zoveel mogelijk afsluit voor de ander. In de fysieke zin van het woord zal bij die danseres ook wel gemeenschap te koop zijn, maar de leegte en eenzaamheid worden er niet minder van. Integendeel, als het moment voorbij is, of het geld op (denk aan de verloren zoon), dan blijft de kater en de leegte.
Zowel in de popsong als in de gelijkenis wordt die leegte gevuld met zonde. Vorig jaar, bij de serie over verlangen, hebben we gezien hoe gemakkelijk dat gebeurt. Maar bij gemeenschap is het vuil van de zonde niet eens nodig om de pijn en je tekort te voelen. Als aan Jezus gevraagd wordt wat het centrale gebod in de wet is, luidt zijn antwoord: 'De Here, je God, liefhebben met heel je hart, heel je ziel, en heel je verstand. En – maar dat is hetzelfde – je naaste liefhebben als jezelf.' Liefde is de norm. En liefde is er om gemeenschap, samenzijn, mogelijk te maken. Jezus laat zien, dat liefdevol in gemeenschap met leven Gods opdracht is.
Een eerste aanzet voor dit thema is deze preek over Matt 22:34-40.
Het is mijn bedoeling de komende tijd het thema verder uit te werken in een serie over gemeenschap.
'eenzaamheid - gemis aan gemeenschap'
'gemeenschap: Gods doel met jou'
'Liefde. Leerweg van de gemeenschap'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten