woensdag 7 september 2011

Geloven in Gods leiding - als je daar niets van ziet

Geloven dat God de leiding heeft. Als je daar niets van ziet.

Wat wij doen en plannen ziet er allemaal zo door en door menselijk uit. Hoe kan je bij al je overwegingen zien dat je het doet om God? Zíen wij maar een kant van de medaille? Of... zou er misschien helemaal geen geestelijke kant aan het verhaal zijn? Is dit alles?

Daar wil ik het over hebben. Er staat een nieuw seizoen voor de deur, en daar gaan we als kerk weer op allerlei niveaus mee aan de slag. De nieuwe kringen worden gevormd. Misschien wordt u wel kringleider. En voor ons allemaal is er de nieuwsgierigheid of de nieuwe kring net zo fijn wordt als de vorige. Een aantal van u is benaderd om een van de drie aftredende ambtsdragers op et volgen. Voor de betrokkenen zijn dat ingrijpende dingen. Biddend vragen we daarbij om die leiding van God. Maar zien we er nu ook iets van? Wat ik kan zien is vooral een gezonde afweging. Kan ik de taak aan, waarvoor de gemeente me vraagt? Heb ik daar de capaciteiten voor? De energie, de inzet, de tijd, kan ik die opbrengen? Zo gaat het als je ergens voor gevraagd wordt, en zo zijn we ook als kerkenraad in gesprek. Hoe kunnen we meer mensen betrekken bij het werk in de gemeente? Hoe zorgen we dat de taken in de gemeente terechtkomen bij wie daar de gaven voor heeft? En ik weet heel goed dat God zulke overwegingen ook van ons vraagt. Stel je voor dat de kerkenraad zich niet afvraagt hoe het werk het best gedaan kan worden. Of dat iemand gedachteloos ja zegt als die gevraagd wordt voor een taak in de kerk. Terwijl hij best weet dat hij er niets van terecht kan brengen.
Maar het ziet er allemaal zo door en door menselijk uit. Hoe kan je bij al je overwegingen zien dat je het doet om God? Zíen wij maar een kant van de medaille? Of... zou er misschien helemaal geen geestelijke kant aan het verhaal zijn? Is dit alles? En: als je het bij de kerk al niet kan zien, hoe is het dan met je werk? Van God is thuis toch niets te merken? We lezen dat God op de troon in de hemel zit. Nou, dan is de hemel vast ver van school vandaan.Vorig jaar lag ik er helemaal uit in de groep, en moest dat groepje pestkoppen mij altijd hebben. Ik had gehoopt dat het na de vakantie beter zou gaan, maar die pestkoppen zijn zeker ook weer lekker uitgerust, want ze zijn weer volop begonnen. We zijn pas een paar weken aan de slag, maar ik kijk nu al uit naar de volgende vakantie. Als God dan zo van ons houdt, waarom doet Hij hier dan niets aan?
Johannes zit op Patmos. Hij is een oude man geworden. Stokoud. Hij heeft niet lang meer te leven. Hij zal veel hebben teruggedacht aan de tijd dat hij met Jezus optrok. Want die heeft hij persoonlijk gekend. Hij was één van de twaalf apostelen. Wie heeft Jezus intiemer gekend dan hij? Wat een tijd! Tóen kon je van dag tot dag zien dat God bezig was zijn koningschap op aarde te vestigen! Er gebeurden wonderen, en elke keer dat Jezus vertelde ging je God beter begrijpen. Zijn inzicht in de betekenis van het Oude Testament, zijn gezag in de discussies met de schriftgeleerden, alles maakte zichtbaar dat Hij namens God optrad. Johannes, die Jezus aan het kruis had zien sterven, mocht Jezus zelfs later nog ontmoeten! Opgestaan uit de dood. Johannes kón er niet aan twijfelen. Na de vrouwen was hij immers de allereerste geweest die bij het lege graf stond? Ja, tóen was de komst van het koninkrijk zichtbaar geweest.
Maar nu? Jezus is naar de hemel gevaren. Johannes had het met eigen ogen gezien. Maar dat was al tientallen jaren geleden. Inmiddels zit Johannes misschien wel tien jaar op Patmos. God zit misschien op de troon in de hemel, maar Johannes is verbannen namens een keizer die hier op aarde de macht heeft. Die wil niet dat je van een andere Koning vertelt. En op Patmos is het eenzaam. Het ene jaar rijgt zich aan het andere, en nog is Jezus niet terug gekomen om alles nieuw te maken. Ís Hij nog wel koning? Als God machtig is, waarom doet Hij hier dan niets aan? Die keizer aanpakken, en Johannes vrijlaten, bijvoorbeeld! Het is deze Johannes die een lang visioen ontvangt, met de opdracht zorgvuldig op te schrijven wat hij ziet. Een visioen dat bedoeld is om te troosten en moed in te spreken. Als de wereld een toneel is, dan mag Johannes als het ware achter het gordijn kijken. Niet maar om een handtekening te halen of een interview af te nemen, maar om te zien waar het werkelijk om gaat. Johannes mag zien waaraan hij twijfelde: God regeert de wereld. Vanaf het begin is dit boek gericht aan álle christenen ter wereld. Iedereen die net als Johannes het zicht kwijtraakt op Gods regering van de wereld krijgt dit boekje toegeworpen: Kijk, zo gaat het er aan toe. Zo werk Ik, de Heere, aan de toekomst op de nieuwe aarde. Heb je weer het gevoel dat wat je ziet het hele verhaal is? Dat er geen werkelijkheid áchter het toneel is? Weet je niet meer of het wel uitmaakt of er een God in de hemel op een troon zit? Kijk mee met Johannes.
De Openbaring staat vol van hemelse zaken. Logisch, want we mogen achter het toneel kijken. Wonderlijke dieren, goddelijke beelden, majestueuze taal. Tronen van diamant, straten van goud, een zee van bergkristal, een paarlen poort. Telkens hoor je Johannes zoeken naar woorden. Want voor wat hij ziet hebben wij geen taal. En dwars door al die goddelijke taal heen speelt telkens de mens een rol. Daarom lazen we bijvoorbeeld die laatste verzen van hs. 3 erbij. Die horen bij een heel ander deel van de Openbaring. Maar in zijn hemelse pracht komt God hier zo heel dichtbij: 'Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop.' En als je opendoet, kom Ik zo dichtbij als je eigen gezin. Ik kom bij je aan tafel. En jij bij Mij. Jezus Christus, in al zijn hemelse heerlijkheid, vertelt dat Hij zo dichtbij wil komen als je broer of zuster. Als je vader of je moeder. Dat Hij in je klas erbij wil zijn.
En let nu op. Rondom de troon zijn 24 oudsten. De 24 oudsten staan voor 12 vertegenwoordigers van Israël, Gods verbondsvolk, en voor 12 ver-tegenwoordigers van de Kerk, als symbolen van zijn nieuwe verbond. Deze troonzaal in de hemel is Gods werkkamer. En wat siert deze werkkamer? Allemaal verwijzingen naar zijn verbonden, zijn beloften en zijn trouw. 1) De regenboog (nooit meer een zondvloed!), 2) zijn verbond met Israël en 3) zijn verbond met de kerk. Israël en de kerk zitten zelf óók op tronen! Met gouden kronen op hun hoofden. 24 mensen. Rondom God, in zijn hemelse werkkamer. Elk op een troon, en elk met een kroon. Dat kan maar één ding betekenen: Zij regeren mee!
God is tussen de mensen. Zelfs in de hemel. Want wat belangrijk is voor ons, is belangrijk voor God. Johannes, jij lijdt eraan dat die Romein het voor het zeggen heeft. Het kost jou je vrijheid, en het verhindert je om van Mij te vertellen. Dat zit jou dwars – en Ik heb het gezien. De hemelse God zit midden tussen de mensen. God regeert, en daarbij heeft Hij oog voor de menselijke maat. Zo gewoon als de mensen zijn, zo heerlijk is God. Een stem als een bazuin, een troon in de hemel, en op die troon iemand die letterlijk straalt van heerlijkheid en macht. Hij straalt, ja, Hij fonkelt van pracht. Als een diamant, een edelsteen in het licht. Geen wonder dat er een regenboog om Hem heen is. Zoals de zon alle kleuren van de regenboog kan losslaan uit een diamant, zo straalt de Heere in zijn macht licht uit. Op de nieuwe aarde zijn geen lichten meer nodig – we leven bij het licht van Hem Zelf. Johannes merkte op Patmos niets van Gods regering. Maar nu hij dit gezien heeft, weet hij dat God regeert, en Israël en de kerk in de hemel meebeslissen. Dat verandert niets aan dat eiland, en ook niets aan die Romeinse Keizer, maar wel aan Johannes' hoop en geloof.
Misschien heeft Johannes er wel niets van gemerkt dat God regeert op Patmos. Ook niet na dit visioen. Ik lees nergens dat hij weer van Patmos af heeft gemogen. Maar het is wel een geweldige troost geweest: al zíe ik niet dat God regeert, ik wéét het wel zeker. In wat Hij beslist, beslissen mensen mee. Bovendien: wij kunnen wel iets van Gods regering zien in Johannes en zijn situatie. God wil door Johannes iedereen die verdrukt wordt, en iedereen die van Gods regering weinig ziet, bemoedigen. En dat doet Hij door Johannes als bode te gebruiken. Johannes die zelf verdrukt wordt, die zelf niet veel ziet van Gods regering, bereikt met de Openbaring meer christenen dan veel andere apostelen. Met dit boekje heeft Johannes alles gedaan, wat de Keizer hem had willen verhinderen. Die Keizer is nu vergeten geschiedenis, en van de Jezus waarvan hij niet wilde horen wordt wereldwijd aanbeden.
Ik weet niet waarom pesten soms doorgaat. Soms tot er grote brokken van komen. Ik weet wel dat God ziet wat er gebeurt. Dat Hij machtig genoeg is. Om jou sterk te maken, of om het te veranderen, of om die pestkoppen te veranderen. Misschien zelfs wel door jou.
Gemeente, er begint een nieuw seizoen. Aan de ene kant spannend: hoe zal het zijn? Nieuwe kringen, nieuwe ouderlingen, of het zeilweekeind van volgende week. Vanmorgen nieuwe jonge muzikanten. Alles en iedereen is weer terug van vakantie. Al die zichtbare en minder zichtbare dingen en taken in de gemeente gaan hun weg weer zoeken. Maar waar is God in dit alles? Is God er wel bij? Die vraag verdient een antwoord. Allereerst dit antwoord: Die vraag is niet taboe. Je mag hem stellen. Jezus Christus geeft Johannes een Openbaring om hem een antwoord te geven op die vraag. En om hem voor de toekomst moed te geven.
Het tweede antwoord is: Jazeker! Alleen kunnen wij dat niet altijd zien, omdat wij aan de andere kant van dat gordijn staan. Maar Hij is erbij! Sterker: Hij heeft alles in handen. Ook wat wij doen, of juist nalaten.
Maar er is zelfs een derde antwoord. Een antwoord om stil van te wor-den. Het besturen van de wereld doet Hij vanaf de troon. Maar niet alleen. Om Hem heen staan 24 tronen. Met op die tronen mensen die met Hem regeren.
Als u motivatie zoekt voor een nieuw seizoen, als u ertegen opziet, kijk dan nog eens naar dit gedeelte. God wil zijn aarde regeren met ons! Goddank heeft Hij tussen die vorsten de eigenlijke macht. Lees maar mee in vers 9 tot 11: 9 Telkens als deze wezens lof, eer en dank brengen aan degene die op de troon zit en die tot in eeuwigheid leeft, 10 werpen de vierentwintig oudsten zich neer voor hem die op de troon zit, en aanbidden hem die leeft tot in eeuwigheid, en leggen hun kransen voor zijn troon met de woorden: 11 ‘U komt alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’

Geen opmerkingen: