maandag 3 september 2012

Leven in het licht

Schrijven is schrappen, en fotograferen is weglaten. Kijk maar naar de beste teksten en de beste foto's. Een prachtig gereedschap daarvoor is Photoshop.

Wat is nu de beste manier om iemand af te beelden? 'Naturel', of 'verbeterd'? Eigenlijk is dat altijd de vraag als je het over iemand hebt. Laat je iemand van zijn goede kant zien, of breng je de mindere kanten in beeld?

Hoe is dat bij jou? Als jij over iemand spreekt, poets je dan de gebreken en rimpeltjes in beeld, of leg je de nadruk op het mooie in de ander?

En hoe denk je dat er over jouzelf gesproken wordt?

Een preek bij 1 Johannes 1:5-10

Jezus kiest heel bewust wat Hij van een ander in het licht brengt. Nu zou je misschien verwachten dat Hij het vast heel vlijend en mooi doet. Toch is dat lang niet altijd zo. Zo komt Hij eens op het tempelplein, en ziet daar hoe mensen er geld wisselen en offerdieren kopen. Wie deze zomer een kathedraal of tempel bezocht die het bekijken waard was, trof daar vast ook allerlei handel: souvenirs of rondleidingen, bijvoorbeeld. Prachtig toch, hoe mensen de waarde van godsdienst, en de pracht van architectuur waarderen? Of, in Jezus' dagen: Is het niet prachtig, dat 800 jaar nadat de tempel gebouwd is, Joden nog steeds trouw naar de tempel komen om er te offeren? Al die geldwisselaars bewijzen dat ze zelfs uit de verre landen van de verstrooiing helemaal naar Jeruzalem komen, om daar hun Heer en God te dienen. Maar Jezus ziet het anders. Hij gooit de tafels van de wisselaars om, jaagt de offerdieren de tempel uit, en zegt dat ze van een bedehuis een rovershol hebben gemaakt.

God is licht, in Hem is in het geheel geen duisternis. Bij wie zó dicht bij bij de lichtbron komt - het huis van de Vader - , zijn de contrasten heel scherp.

Het pijnlijkste voorbeeld (al spreekt Jezus daar door de apostelen, en niet in persoon) is het verhaal van Ananias en Zafira. Zij waren deel van de nog piepjonge kerk, en zagen met open mond wat er gebeurde: Mensen gaven dankbaar alles op wat ze hadden. Schonken hun hele bezit weg. Zo wilden zij het ook - maar het is zo duur! Ze besloten tot een compromis: We verkopen een akker, en schenken de helft weg. So far so good. Minder goed was, dat ze afspraken te doen alsof het de hele opbrengst was. Ze zetten elk afzonderlijk de leugen door - en betalen ervoor met hun leven.

Vindt God het soms leuk om de nadruk te leggen op wat lelijk is? Is Hij altijd op zoek naar een zonde, een zwakte of gebrek, om te kunnen straffen?

Nou... Hoe is dat eigenlijk met ons? Iemand zei pas tegen me: 'Ik kijk geen journaal meer. Dat is een professionele bloemlezing van de ergste dingen die er in een dag gebeuren.' Hebben we er soms lol in, om alle ellende in beeld te brengen?

In onze gemeente bekruipt die vraag me ook wel eens. Als ik de agenda van de KR zie, of als ik ervaar dat er óver elkaar gesproken wordt, in plaats van mét elkaar. Wat zijn het dan vaak negatieve zaken, die genoemd worden.

God ziet je, zoals je bent

Toch is het bij God anders. Hij ís licht. Ja. En dat betekent o.a. dat Hij je door en door ziet. Eeuwenlang is die eigenschap van God gebruikt om gelovigen bang te maken. God ziet je zonden en zwakten. Denk jij iets goed gedaan te hebben, God weet er tóch weer wat op aan te merken. Beste mensen, dat is níet het hele verhaal. God als alziend oog, die ook als papa en mama de andere kant op kijken al je fouten registreert, die God bestaat niet. Hoor je bij God, dan hoor je bij Christus. En God heeft beloofd dan je zonden eenvoudig weg te doen. Ze zijn al vergeven. Hij kijkt naar ons, alsof we zijn Zoon zelf zijn.

Toch is er nog wel wat te zien. We lezen: het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Zie het zo. Vergeven zijn we. Maar de bron waaruit de zonde komt (hebberigheid, angst, enz...) die is nog niet weg. De neiging om te zondigen is er nog. Dat ziet Hij. En Hij wil er wat aan doen. Daarom wil Hij de zonde niet alleen vergeven, maar ons er ook van reinigen. De bron aanpakken.

God ziet ook hoe Hij ons wil maken

Als God ziet hoe we zijn, ziet Hij tegelijk voor Zich hoe Hij ons bedoeld heeft. En dus ook het verschil daartussen. Hij wil het aanpakken. Ons rein maken bij de bron. Dat is het verschil tussen lelijke dingen over elkaar zeggen, en het lelijke dat er is eerlijk benoemen.

Wanneer heb je dát voor het laatst gedaan? Iemand verder helpen, door hem ergens op aan te spreken?

God wil ons steeds meer vernieuwen naar zijn beeld.

Daarvoor noemt de tekst twee voorwaarden.

1) Inzien en belijden waar ons duister is.

Daar gaat het over in vers 8 en 9. Als we (als Ananias) aangesproken worden op wat eraan schort, en we ontkennen, wie houden we dan voor het lapje? Niet God, en ook niet degene die ons er op aanspreekt. Eigenlijk alleen onszelf 'dan misleiden we onszelf' dus.

2) Zelf niet meedoen aan zwart maken.

Daarover gaat vers 6. Zeggen 'Ik leef met God', en vervolgens ten nadele over iemand spreken, dat is een dubbelleven. Johannes noemt het liegen.

Geloven + kwaad spreken = Liegen!

En het licht dan? Wat doet dat?

Lees Johannes 1 maar. Je kunt licht niet met duisternis verdrijven. Andersom gaat prima. Er hoeft maar een klein kiertje bij een gordijn te zijn, en je merkt in de hele kamer dat de zon op komt.

Daarom: Kom uit het duister in het licht. Want Gods licht is er niet om je te laten knipperen met je ogen, of bang weg te laten kruipen. Maar om ook de laatste resten duisternis uit je leven weg te nemen.

Ga er maar praktisch mee aan het werk. Met iemand die je vertrouwt, een mini-biecht. Wanneer sprak jij voor het laatst over iemand - waar je niet trots over bent?

En als jij iemand hoort zwartmaken, wat doe je dan?

In Gods licht is de weg: Vraag de een om de ander zelf aan te spreken.

Geen opmerkingen: