zaterdag 11 februari 2012

Doelgericht leven

Ik bleef van de week hangen op de woorden van de nieuwe NL kampioen marathonschaatsen, Yvonne Spigt.
Ik hoorde ze in haar interview met de NOS

Marathonschaatsen is met een hapje en drankje op de bank anders al een hele zit. Zelfs van kíjken naar zo'n urenlange wedstrijd zou ik moe worden. Uitputtende sporten. Waarom doen we het elkaar eigenlijk aan? De topsport zelf, en het volgen vanaf de zijlijn of vanaf de bank?
Yvonne Spigt had een duidelijk doel voor ogen: als eerste over de streep komen. Niet alleen tijdens de wedstrijd. Het is het doel dat ze altijd voor ogen heeft. We horen haar vertellen hoe dat samen met haar team werkt. Zij moet die rondjes het snelst rijden, en daar is alles dienstbaar aan. Een teamlid gaat mee naar voren om het tempo van een kopgroep zonder haar te drukken, of juist mee met haar om haar naar voren te brengen. Als je even verder kijkt dan het interview, zie je achter haar prestatie de jarenlange training, de inspanning van sponsor en coach. Maar de meeste indruk maakt het toch, om van een topsporter te horen wat er allemaal voor wordt opgeofferd. Jaren van Eindeloos trainen, voedingsschema's, de prijs die je betaalt in je sociale leven. En dan in de wedstrijd zelf 'gewoon lekker doodgaan'. Spieren die je voelt verzuren, ademhaling die pijn gaat doen, tot je er niet eens meer veel van voelt. Dwars door de pijngrens heen, veel verder gaan dan wat zelfs nog maar gezond is.

Hoe brengt iemand het op? En vooral: waarom zóu je?
Omdat je een doel voor ogen hebt. Spigt wil de snelste zijn van allemaal. Dat is een concreet en meetbaar doel. Je kunt ook goed bijhouden of je vooruitgang boekt op weg naar dat doel. Gaan mijn rondetijden omlaag? Wat is mijn plaats in het klassement? Hoe is mijn conditie? Zolang het lukt om je op een doel te richten, en zolang je dat doel dichterbij ziet komen, kan je veel hebben. Zelfs pijn. Dan heb je het met een lach op je gezicht over 'Gewoon lekker doodgaan' als het over afzien en lijden gaat. En Yvonne Spigt bracht het waar ze wezen wilde: NL koningin marathon natuurijs.

Het tegenovergestelde is ook waar: als je geen doel voor ogen hebt, dan is elke pijn teveel, dan is inspanning onuitsprekelijk vermoeiend, en is lijden ondraaglijk. Daarom roep ik iedereen op: Wee eerlijk en duidelijk naar jezelf over je doelen. Want dit is niet alleen waar in de sport, maar in elk terrein van het leven. Benoem voor jezelf wat je doelen zijn in je sport, opleiding, gezinsleven of loopbaan. Dan heb je iets om je op te richten, dan vind je motivatie, zodat je tegenslag, vermoeidheid en pijn kan verdragen op de weg naar je doel. Wees ook eerlijk naar jezelf als je eigenlijk helemaal geen doelen ziet. Of als je merkt dat je zo weinig motivatie kunt putten, dat je de pijntjes begint te vermijden. Als je voelt dat de energie uit je leven weglekt, omdat er geen conrete doelen zijn waaraan je werkt. Misschien omdat je je doelen al bereikt hebt, of juist omdat waaraan je werkte uit je handen viel en brak. En je terneergeslagen bij de brokstukken zit. Misschien zijn die brokstukken wel niet te plakken. Maar een nieuw doel stellen kan wel. Laat het er niet bij zitten.

Lees Prediker 1:12-18

Het bijzondere aan de Prediker is, dat hij op die topsport-manier bezig is met het hele leven. In vers 13 en 17 brengt hij dat onder woorden. 'Met heel mijn hart (...) elke vorm van wijsheid onderzoeken. Ik wil álles wat gebeurt doorgronden. Ik span me ervoor in met hart en ziel.' En net als Spigt, maakt hij er geen geheim van dat het hem heel wat kost aan energie en moeite. 'Het is een trieste bezigheid, Een kwelling.'
Er is maar één grens die hij zichzelf stelt: zijn tak van sport blijft het aardse. In zijn eigen woorden (13, 14): alles wat onder de hemel gebeurt.
Het bijbelboek Prediker is de reportage van zijn tocht. Een marathon in zijn eigen soort. En ja, net als bij het langebaan schaatsen vraagt het zelfs van de toeschouwers inspanning om die te volgen. Het verslag is niet historisch – rondje voor rondje, maar in de vorm van een terugblik. Meer de analyse in de studio na de wedstrijd, dan een live verslag.

Die analyse is wel even schrikken, anders! Die hele zoektocht vat hij samen met 'Ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind.' Alsof een langebaan-schaatser zegt 'Nou heb ik al die kilometers gereden, en is de finish precies op dezelfde plek als de start. Ben er niet veel mee opgeschoten.'
Laten we even de tijd nemen om die houding van de Prediker op ons in te laten werken. Dat loont de moeite, bijvoorbeeld omdat je het op elke bladzijde van het boek tegenkomt. Het is echt de grondtoon. De schaatssport en de tekst uit 1 Johannes kunnen het prima uitleggen. Eerst de schaatssport. Of rondjes schaatsen op een baantje zin heeft, hangt helemaal van één ding af: van je doel. Schaatsen is reizen. Fietsen, lopen, autorijden, het is allemaal reizen. En de zin van je reis hangt helemaal af van je reisbestemming. De tijd, energie en inspanning van een schaatsmarathon had je ook op een vakantiebestemming kunnen brengen. Of 10 keer op en neer naar je werk. Op bezoek bij een familielid of vriend die naar je komst uitkijkt. Wat dat betreft is rondjes schaatsen pure onzin. Het brengt je nergens. Kijken ernaar is zo bezien helemaal onzin. Kan je net zo goed naar de beelden van een camera bij een willekeurig stuk snelweg kijken. Het wordt pas anders als je een doel ín het schaatsen vindt. Steeds sneller leren schaatsen. Aan je conditie werken. Winnen.
Het probleem met doelen in je leven, maar ook de oplossing: 1 Johannes 2:17 brengt het in één zin onder woorden. 'De wereld gaat voorbij en haar begeren.' Dat is wel zo, natuurlijk. Van rondjes schaatsen kom je niet verder. Maar wat brengt je uiteindelijk verder in het leven? Harder werken, vrienden maken, meer verdienen, gezond en sterk zijn? Er komt allemaal ook weer een einde aan. Ben je eigenlijk weer terug bij af. 'Maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.' Kijk, dát is nog eens een doel stellen. En meteen een methode erbij. Als je hier en nu rekent met de wil van God, bij dat harde werken, in de ontmoeting met die vrienden, met je geld en je lichaam (meer of minder gezond), dan bouw je aan iets dat blijft: een band met God, je Schepper.

Wat betekent dat nu in het leven van elke dag? Nou, dat je bij alles rekening houdt met je doel. Een topsporter let op haar eten en gewicht. Een christen (dat ben je, als je je op de wil van God richt) let op Gods wil. Je staat bijvoorbeeld voor een keuze in je loopbaan: Je mag van je baast een opleiding volgen, voor een betere baan later. Maar je baan en je gezin nemen je eigenlijk al helemaal in beslag. Dan betrek je in je afweging welke kans je krijgt, maar ook wat God je het liefst ziet doen. Betekent die opleiding dat je jarenlang nauwelijks aan je vrouw of je gezin toekomt? Dat je niet beschikbaar bent om anderen te helpen? Dat je meer van de zorg voor je kinderen uit handen moet geven dan gezond is? God vraagt van je Hem boven alles lief te hebben, en de naaste als jezelf. Als het veel ruimte van de liefde kost, moet je het misschien wel laten. Dat neem je mee in je overwegingen. De verzen die aan 1 Johannes 2:17 voorafgaan schetsen hoe dat gaat. Als iemand de wereld liefheeft, is er geen ruimte in hem voor de liefde van de Vader. Ja, zo gaat dat. Als je helemaal opgaat in het schaatsen, kom je aan andere zaken niet toe. Sportverdwazing noemen we dat. De verloren zoon (de jongste in dit geval) gaat zo op in begeerte, inhaligheid en pronkzucht, dat het gezonde leven vol liefde, bij zijn familie thuis, er voor hem niet toe doet. Hij leert op de pijnlijke manier dat al die wereldse dingen maar tijdelijk zijn. Dat kan ons ook zomaar gebeuren. 'Straks, als ik met pensioen ga, heb ik weer alle tijd voor mijn vrouw.' Ja, ik heb het een boegbeeld van christelijk NL horen zeggen. Maar hij had daarbij vast niet voor ogen dat die tijd vooral zou bestaan in zorgen voor elkaars ziekte. Toch kwamen zij beiden toen misschien meer tot Gods doel met hen.

Wat Johannes omschrijft als 'de wereld en haar begeren', heet bij de Prediker 'wat er onder de zon / hemel gebeurt'. Eigenlijk bijna hetzelfde beeld. Want onder de zon / hemel van Prediker vind je de wereld, en boven de wereld van Johannes hangt de zon in de hemel. Het is het 'op de ijsbaan' van de schaatser. Johannes en Prediker zeggen ermee: Het hele speelterrein van de mens. De wereld van het schaatser is niet groter dan de ijsbaan. Maar er is een hele wereld meer. Zo is het ook met de mens. De mens heeft dan de hele wereld als speelterrein – en dat is heel wat –, maar daar houdt het ook op. Die hele wereld, met zijn begrenzingen, heeft God aan de mens gegeven.

Prediker is een geweldig boek voor wie die twee dingen goed uit elkaar weet te houden. Lees het als de biografie van een topsporter. Met als sport het menselijk leven. Daarin gaat hij echt in alle opzichten tot het gaatje. Wijsheid, kennis, verdwaasdheid, onverstand, rijkdom, feesten, vrienden, schoonheid en kunst, bouwen, macht, gezinsleven: In de meest uiteenlopende 'takken van sport' heeft hij medailles gehaald. Maar je moet het wel van hem kunnen hebben, dat hij bij zijn verslag ook steeds blijft aangeven waar het ophoudt: Het blijft uiteindelijk spelen binnen de grenzen van het spel dat een mensenleven is. En die grenzen zijn door God gesteld. Schaatsen is een grootse en meeslepende sport, maar buiten het ijs gaat het nergens over. Het is geen onzin om je af te vragen of dat spelletje alle offers aan inspanning, tijd en pijn waard is. De Prediker blijft die vraag hardop stellen.

De Prediker wordt vaak verweten, dat hij alles afkraakt. Nergens de zin van inziet. Dat vind ik jammer, want dan mis je de hele pointe van zijn boek. Hij is gek op het leven. Gaat er voor meer dan 100% voor. Iets bereiken in het leven is pure topsport voor hem. Maar dát is meteen het verschil met veel van zijn lezers. Voor velen van ons is wat wij in het leven bereiken álles. De Prediker houdt er oog voor dat het een sport blijft. Geen doel op zich. En voor dat doel, tenslotte, komen we terug bij Johannes.

Lees: 1 Joannes 2:15-17

Johannes gaat verder waar Prediker gebleven is. Want Prediker heeft meer aandacht voor die vraag, dan voor het antwoord erop. Bij Johannes is dat anders. Hij heeft weet van Jezus' werk, en van het perspectief van Gods koninkrijk. Kijk door zijn bril eens naar je eigen doelen, in uw eigen leven. Neem dat als taak mee naar huis. Wat zou God met je leven willen?
Je leven is hier in de wereld. En daar is allerlei moois waarop je je kunt richten. Prachtige doelen kan je jezelf stellen. Laat je niet aanpraten dat Johannes of Prediker hun schouders ophalen bij de mooie dingen in het leven. Geniet ervan als je een wedstrijd wint, de liefde van je leven vindt, of in welvaart mag leven. Sterker: doe het allemaal met overgave. Zo goed als je kunt! Want juist als je echt een doel voor ogen hebt, kan je het opbrengen om de inzet, uitputting en pijn die op je weg komen, ervoor te dragen. Toch kan het dan zo maar gebeuren dat het je vergaat als Jezus. Toen Hij niks te eten had (te drinken ook niet, overigens), zeiden zijn vrienden ‘Rabbi, u moet iets eten.’ Maar Hij zei: ‘Ik ben al voldaan. Want mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft.’

Geen opmerkingen: